Wijzigingen met terugwerkende kracht doorgevoerd per 1 januari 2018

30 augustus 2018

In mei is een aantal wijzigingen in de pensioenregeling aangekondigd. Deze wijzigingen zijn met terugwerkende kracht per 1 januari 2018 doorgevoerd. Hieronder staan alle wijzigingen op een rij.  
 

Wat is er veranderd? 

  • De pensioenrichtleeftijd is verhoogd van 67 jaar naar 68 jaar
    Dit komt door wijzigingen in de fiscale wet- en regelgeving. De pensioenrichtleeftijd is de leeftijd waarop wij jouw pensioen berekenen. Dit betekent niet dat je pas op je 68ste met pensioen kunt. Je kunt nog steeds zelf kiezen wanneer je met pensioen gaat. Bij Pensioenfonds BSG kun je op z’n vroegst vanaf je 60ste met pensioen, en uiterlijk op je 68ste. Je pensioen rekenen wij altijd om naar de pensioendatum die je zelf kiest, bijvoorbeeld je AOW-datum.
     
  • Het levenslange ouderdomspensioen is omgerekend naar 68 jaar
    Het pensioen dat je al hebt opgebouwd met een pensioenrichtleeftijd van 67 jaar, is omgezet naar een pensioen met een pensioenrichtleeftijd van 68 jaar. Doordat het pensioen later ingaat, wordt het minder lang uitgekeerd. Jouw pensioenuitkering wordt hierdoor hoger. Door het verhogen van de pensioenrichtleeftijd kan het opbouwpercentage 1,875% blijven. De omzetting vindt alleen plaats voor het ouderdomspensioen en heeft geen betrekking op het partnerpensioen. Het wezenpensioen blijft 14% van het ouderdomspensioen.

     
  • De einddatum van tijdelijke uitkeringen is gekoppeld aan de verwachte AOW-leeftijd
    De AOW-leeftijd gaat in stappen omhoog naar 67 jaar in 2021. Vanaf 2022 hangt de AOW-leeftijd af van de levensverwachting. De einddatum van tijdelijke uitkeringen hebben we hier nu aan gekoppeld. Dit betekent dat tijdelijke uitkeringen die ingaan op of na 1 januari 2018 stoppen op het moment dat je de AOW-leeftijd bereikt, met vooralsnog een maximum van 68 jaar. Het gaat om de uitkeringen:

    - arbeidsongeschiktheidspensioen met bijbehorende premievrijstelling
    - de toeslag partnerpensioen (dit is een aanvulling op het partnerpensioen als je geen kinderen hebt)

    Ook zal bij de vaststelling van de hoogte van het facultatief partnerpensioen en het wezenpensioen bij ingang worden uitgegaan van een fictieve toekomstige diensttijd gelijk aan de verwachte AOW-leeftijd, met een maximum van 68 jaar.
     
  • Wezenpensioen wordt langer uitgekeerd
    De eindleeftijd van het wezenpensioen is verhoogd van 18 jaar naar 21 jaar en voor studerende kinderen van 25 jaar naar 27 jaar.

Meer informatie
De wijzigingen zijn verwerkt in het pensioenreglement. Kijk voor een overzicht van je pensioen op www.mijnpensioenoverzicht.nl